De partner van Mattie De Ryck zegt wel eens al lachend: “De familie De Ryck kwam hier aangereden met paard-en-kar, sloeg 4 palen in de grond en daarrond is Edegem ontstaan.” Het is natuurlijk een boutade, maar de onderliggende gedachte is dat de De Rycks in Edegem heel wat betekenden. Deel 1 vertelt over 4 generaties aannemers die veel huizen hebben gebouwd in Edegem, dit deel gaat over de impact van de familie op het sociale leven van vele Edegemnaars.
De gemeentesecretaris
Frans De Laet was een belangrijk man in Edegem. 26 jaar onderwijzer geweest, maar nog veel langer gemeentesecretaris. Hij heeft zijn handtekening wel duizend keer gezet, ook in zijn eigen huis, waar de gemeentediensten van 1846 tot 1864 gevestigd waren. In 1870 sloeg het noodlot toe. Zijn echtgenote Lisa De Kock was overleden aan longzwering. Samen met zijn dochter Clothilde treurde hij in het grote huis genaamd Kladderenberg op de hoek van de Dorpstraat (vandaag Strijdersstraat) en het Gemeenteplein.
De rademakers
Louis De Ryck had een boerderij aan het Schaluyn in Baal bij Tremelo. Samen met zijn echtgenote Anna Vermeulen hadden ze een gezin van 7 kinderen, 3 meisjes en 4 jongens. Louis was ook een rademaker, zeg maar een timmerman gespecialiseerd in het maken van karrenwielen. En dat vak zou hij ook aan zijn zonen leren. Zoon André verzeilde rond 1872 in Edegem waar hij mogelijk aanlandde bij meester timmerman Jan Gysels aan de Molenstraat 21. Daar was ook een café, de herbergierster was Jans echtgenote Trees Van Roosenbroeck[i].
André De Ryck werd verliefd op Clothilde De Laet, de dochter van de gemeentesecretaris. Ze trouwden op 7 augustus 1873 en André kwam bij zijn vrouw inwonen. Ze moesten eigenlijk een beetje trouwen, want nog geen 3 maanden later werd hun eerste zoon Frans geboren. André en Clothilde maakten van Huis Kladderenberg een café met de toepasselijke naam In ’t Oud Gemeentehuis en André installeerde in het werkhuis ernaast een timmermanszaak. In 1877, hij was intussen meester wagenmaker-schrijnwerker-timmerman en slijter in sterke dranken, kon hij wel wat hulp gebruiken en liet zijn broer Charel uit Baal overkomen. Zij legden samen de basis van de ‘De Ryck’-dynastie in Edegem.
Het relaas van de nakomelingen van Charel De Ryck, werd beschreven in deel 1[ii].
Intussen in Huis Kladderenberg
Het gezin van André en Clothilde woonde bij haar vader maar niet voor lang. Gemeentesecretaris Frans De Laet hertrouwde met de weduwe van de in 1873 overleden Jan Gysels, Trees Van Roosenbroeck. Samen verhuisden ze in 1874 naar het aangrenzende perceel, Dorpstraat 4. Een gebouw waar later nog een dispuut zal over ontstaan.
André De Ryck en Huis Kladderenberg
Professioneel ging het André voor de wind, privé had hij heel wat tegenslag. Clothilde overleed bij de bevalling van hun vierde kind. André hertrouwde met Colette Verstraeten, maar ook zij overleed kort na hun gezamenlijke derde kind. Met zijn derde echtgenote, Jozefin Walgraeve, kreeg hij opnieuw 3 kinderen. Zes van zijn 10 kinderen werden volwassen, 4 zonen Frans, René, Eugène, Jos en 2 dochters Mathilde en Mia.
André vermengde zich snel in de Edegemse gemeenschap en was in de jaren 1880 bestuurslid van het Bureel van Weldadigheid[iii] (later OCMW, vandaag Zorgbedrijf).
Hij was ook lid van de Koninklijke Handbooggilde Sint-Sebastiaan. In 1884 schoot hij zich voor de eerste keer tot Koning. En daar zou het niet bij blijven. Hij was acht keer Koning en eenmaal zelfs 3 keer achterelkaar in 1903, 1904 en 1905. Hierdoor werd hij Keizer, de enige ooit in de geschiedenis van de gilde. André De Ryck draagt vandaag, bijna 100 jaar na zijn overlijden, nog altijd de Keizerstitel omdat niemand hem kon evenaren.
Vanaf 1913 tot 1919 ondertekende hij de Jaarverslagen in het Gildeboek als Deken (rechterhand van de Hoofdman), Keizer en Koning[iv]. Hij schoot zich de laatste keer tot Koning in 1923. Hij was toen al 75 jaar. De thuishaven van de gilde, de Gildekamer, was ook jarenlang gevestigd in zijn café In ’t Oud Gemeentehuis.[v]
Zijn neef, ook een André De Ryck, werd van 1928 tot 1938 Hoofdman van de gilde[vi].
Hij zat ook jarenlang in het bestuur van de Koninklijke Fanfare Maatschappij Sint-Rosalia als boetemeester[vii].
Rond 1911 was hij betrokken bij de bouw van het nieuwe gemeentehuis op het Gemeenteplein, vandaag het Oud Gemeentehuis.
1911: Bouw nieuwe gemeentehuis. "De volgende stap was de aanbesteding, die plaatshad op 20 mei 1911: A. Verbert-Prinsen te Hove zou het gebouw oprichten voor 42.836 Fr. Dré de Rijck werd de meester-schrijnwerker. Men zou rekening houden met de laatste nieuwe snufjes, en, gezien er ook verlichting bestaat met electriciteit, voorzag men, naast buizen voor gas, dadelijk het nodige voor elektrische verlichting. Ook de veldwachterswoning zou electriciteit krijgen. ... Toch kwam het gemeentehuis op tijd en stond klaar en huldigde men het in met de nodige plechtigheid, op 8 september 1912."[viii]
In 1914 kocht hij, midden in de wei aan de Boerenlegerstraat, 5 percelen grond voor 5 van zijn kinderen. Op die 5 percelen werd later 1 gebouw gezet met huisnummer 151, het rode bakstenen gebouw bij Sumitomo Drive Technologies Hansen Industrial Transmissions, beter bekend als de Mekanik. Edegemnaars herinneren zich dat gebouw nog als een cinemazaal waar tijdens WO2 in het weekend films en nieuws werd getoond. Het gebouw werd opgetrokken door zijn neef Benoit, bestaat vandaag nog altijd en is een architecturale anomalie in de hele Mekanik-site die errond gebouwd is.
In 1922 kreeg hij samen met zijn broer Charles de opdracht om de gemeenteschool uit te breiden[ix].
In die periode heeft André ook het huisje aan de Strijdersstraat 4, op de hoek met de Boerenlegerstraat, zonder vergunning vergroot. Na een jarenlange polemiek, waarin hij zelfs veroordeeld werd om het huis af te breken, vond hij uiteindelijk gehoor bij het provinciebestuur en mocht hij het laten staan[x].
Stamvader André De Ryck overleed thuis in Huis Kladderenberg op 14 maart 1928 en werd 80 jaar. Echtgenote Jozefin was 3 jaar eerder ook thuis overleden.
De volgende generatie: honkvast en ondernemend
Alle kinderen van André werden geboren in Huis Kladderenberg. Vier zonen en twee dochters werden volwassen.
Zonen Frans (°1873) en René (°1876) waren schrijnwerkers, hoe kan het ook anders. Maar Frans had toch andere plannen en opende in de Strijdersstraat 4 een sigarenwinkel (waardoor hij ook ‘nonkel sigaar’ werd genoemd). Hij woonde boven de sigarenwinkel, trouwde op latere leeftijd met Maria Van Coppenolle en beiden overleden er ook in respectievelijk 1959 en 1962. Schrijnwerker René bleef vrijgezel en overleed in 1954 in het huis van zijn zussen, naast de werkplaats waar hij zijn hele leven gewerkt had.
Zoon Jos (°1892) was medestichter van Belgica in 1908 en de eerste kapitein en doelman van de ploeg[xi]. Jos veroverde met zijn ploeg de schaal Tubantia in 1916. Hij trouwde in 1920 met kleermaakster Philomena Van Reeth. Jos kwam niet in de aannemerij terecht, hij werd bediende bij een bank en zou dat blijven tot het einde van zijn carrière.
Zoon Eugène (°1882) was een begenadigde muzikant en speelde vanaf zijn 18de de pannen van het dak in de Sint-Rosaliafanfare[xii]. Hij trouwde met Virginie Hellemans in 1910 en het koppel verhuisde naar Kontich. Eugene stopte als schrijnwerker en bouwde vanaf 1920 een carrière op bij de bekende autohandelaar Gonthier. Eugène is de enige zoon van André met afstammelingen die de naam De Ryck dragen in Edegem.
Het zijn de twee dochters van André, Mathilde (°1880) en Mia (°1881), die hun stempel zullen drukken op het Gemeenteplein.
Zij hervormden na de dood van hun vader café ’t Oud Gemeentehuis om tot Huis De Ryck, een winkel met een uitgebreide collectie stoffen, voeringstof, stikzij, ritssluitingen, knopen (ook ambachtelijk zelfgemaakte), eigenlijk alles voor naaisters. Verder cadeautjes zoals zakdoekjes, dassen, dasspelden, manchetknopen... Later kwamen er nog confectie-artikelen bij zoals ondergoed, pyjama's, schorten, nylonkousen ... en een naaiatelier. Mia ontfermde zich over de winkel, Mathilde was de baas in het naaiatelier.
In 1934 bouwden de zussen Mathilde en Mia een huis naast het werkhuis dat als adres Kontichstraat 1 kreeg. Dat werd hun woonst, maar ook hun broers Frans en René hebben er gewoond.
In 1935 kwam het gezin Eugène De Ryck en Virginie Hellemans en hun inmiddels vier kinderen Maria, José, André (zoals zijn grootvader) en Renilda terug in Edegem wonen. Twee kinderen waren eerder overleden. Zij woonden boven de winkel van Mathilde en Mia aan de Strijdersstraat 2.
Eugène De Ryck getrouwd met Virginie Hellemans en hun vier kinderen Maria, José, André en Renilda en hun echtgenoten. Twee van de kleinkinderen werden ook opgenomen, de nichten Matthea ‘Mattie’ De Ryck en Marita Geens. Zij waren de belangrijkste gesprekspartners voor dit verhaal.
Op de tweede verdieping installeerde Eugène een duivenkot. Niet helemaal naar de zin van Virginie en Eugène moest kiezen: ofwel spelen in de Sint-Rosaliafanfare, ofwel spelen met zijn duiven. Hij koos voor … zijn duiven (slechte duiven vlogen overigens onverbiddelijk de pot in).
Een muzikaal talent ging verloren voor het publiek. Of toch niet helemaal. Eugènes kleindochter, Matthea ‘Mattie’ De Ryck, speelt piano en hoorn en vraagt zich nog altijd af welk instrument haar opa in de fanfare bespeelde.
De zussen Mathilde (55) en Mia (54) konden wel wat hulp gebruiken in de winkel. Hun schoonzuster Virginie Hellemans (53 jaar) was in 1935 dan ook heel welkom in Huis De Ryck.
Met drie maakten ze de zaak wereldberoemd in Edegem.
Mia De Ryck overleed in 1947, in de Sint-Jozefkliniek te Mortsel, een kliniek die door haar neef werd gebouwd[xiv]. Virginies dochter Maria kwam te hulp en vervolledigde terug het trio. Echtgenoot EugèneDe Ryck overleed in 1953 in de slaapkamer boven de winkel.
Na het overlijden van Mathildes broer Frans in 1959, werd de sigarenwinkel in de Strijdersstraat 4 door het drietal Mathilde, Virginie en haar dochter Maria omgevormd tot, wat zij noemden, het Klein Winkeltje.
Huis De Ryck bestond vanaf dan uit twee verkoopplaatsen, de Grote Winkel op nummer 2 en het Klein Winkeltje op nummer 4. In de Grote Winkel werden confectie-artikelen, cadeautjes zoals manchetknopen, dassen & zakdoekjes en alles voor naaisters verkocht. In het Klein Winkeltje werden vooral soutiens en korsetten verkocht. Wie ook hielp was een andere dochter van Virginie, José. Zij was opgeleid in het naaiatelier van tante Mathilde en nam geleidelijk haar rol over. José vertelde al eens al lachend: “dat zij en haar meisjes zowat alle communicantenkleren van heel Edegem hadden genaaid”.
Voor het Klein Winkeltje gold een absoluut toegangsverbod voor mannen.
Een beetje vervelend was wel dat het paskot achter de Grote Winkel was gelegen. De vrouwen moesten dus met hun soutiens door de Grote Winkel naar het paskot.
Het paskot was trouwens niet zomaar een kot, het was de Schoon Plaats van het huis, je weet wel, de kamer met de mooiste meubels, de platendraaier en de TV (al sinds 1955, jaja, een van de eerste). In de Schoon Plaats werden met Pasen ook de paaseieren verstopt.
De kleindochter van Virginie, Mattie, herinnert zich dat nadien, in de periode begin jaren 60, vier vrouwen fanatiek zaten te kaarten in een klein lokaaltje achter de winkel: bonne Virginie, groottante Mathilde, Maria (tante Ma), en Gilberte ‘Betty’ Hellemans, dochter van Edmond (nonkel Mon), een overleden broer van de bonne. Mattie was toen 6 jaar.
Mathilde overleed in 1962 boven de winkel. Zij was de laatste telg van de oorspronkelijke familie. De kinderen van haar broer Eugène erfden de eigendommen, José en Renilda erfden het huis aan de Kontichstraat 1, Maria en André (vader van Mattie) erfden de winkel aan de Strijdersstraat 2 en 4.
Virginie Hellemans, de vrouw in de branding
Virginie ontpopte zich als een sterke zakenvrouw die ook dacht aan de toekomst. Zo had ze een grond in de Kontichstraat (ter hoogte van nummer 16), eigendommen in de Oude Godstraat en in de Boerenlegerstraat.
Virginie had een uitgebreid netwerk. Haar ene zus Silvie was getrouwd met Jules Aerts ‘van den Belvu’[xv] en haar andere zus Emma met Frans De Herdt[xvi], van Huis De Herdt aan de Drie Eikenstraat naast de Sint-Antoniuskerk. En haar dochter José trouwde met Miel Geens (van de Edegemse Geens-familie met de elektrowinkel op het Gemeenteplein) en hun dochter, Marita Geens, is geboren tijdens WO II boven de Grote Winkel. Marita is overigens de fotobewaarder van de familie.
Maar ook Virginie, 83 jaar oud, had het eeuwige leven niet en overleed boven de winkel in 1965.
Maria De Ryck baatte de winkel verder uit, samen met de winkeldochters die nooit veraf waren. Maria trouwde op haar 55ste nog met Staf Peynenborg, haar steun en toeverlaat. Het was een huwelijk uit de duizend, herinnert Mattie zich.
Toen Staf overleed in 1979, Maria was dan 67 jaar oud, betekende dit het einde van een echt Edegems instituut: Huis De Ryck. Maria sloot de winkel en verhuurde in 1980 de ruimte aan de familie Snijders. De twee winkels werden doorgeslagen en het hele gelijkvloers werd café Rembrandt. Wat het café uniek maakte, want er waren 7 grote ramen die uitkeken op de Boerenlegerstraat, de Strijdersstraat en het Gemeenteplein, vertelde de Jean Snijders later[xvii].
Maria De Ryck overleed in 1991 en het huis werd verkocht aan Depot Beirens, vroeger brouwerij Beirens. In 1998 werd het op zijn beurt verkocht aan de bank BNP Paribas Fortis, die het historische Huis Kladderenberg alias Huis De Ryck afbrak en er het gebouw van vandaag op neerpootte.
Mattie De Ryck herinnert zich dat het huis, zeker tot 1980, nog in zijn nagenoeg oorspronkelijke staat gebleven was. Water pompen uit de grond, geen warm water en een wc buiten op de koer (de wc was eigenlijk een kot boven een put waarop een plank lag met een gat erin), …
Het gebouw was dan bijna 150 jaar oud.
André De Ryck, de selfmade man
André was de zoon van Eugène en Virginie Hellemans en een kleinzoon van stamvader André De Ryck. De derde generatie De Ryck dus. Hij ontpopte zich als een selfmade ondernemer. Hij stopte in het begin van WO II met school en ontfermde zich over de boekhouding van Huis De Ryck. Hij trouwde in 1955 op zijn 32ste met Paula Taeymans. Het echtpaar verhuisden naar wat ooit het huis van de familie Thys was, het allereerste gebouw in de Hovestraat 37 (vandaag Unilexa)[xviii]. In 1961 werd op de familiegrond aan de Kontichstraat 16 een huis gebouwd en dat werd de nieuwe woonst van de familie. Het gebouw naast Huis Thys, met huisnummers 33-35, was gebouwd door achterneef Benoit De Ryck[xix] en daar was achter het gebouw ook hun aannemersbedrijf gevestigd (toegang via de poort in het midden). André opende vooraan hier, in 1968, een NMKN-filiaal (vandaag KBC-verzekeringen). In dit gebouw kwamen de twee takken van De Ryck terug samen.
André De Ryck leeft vandaag nog altijd en is 101 jaar.
Hij en Paula kregen 4 kinderen, Mattie, Hilde, Gitta en Steven.
Steven heeft 2 zonen en een dochter. Het is de vijfde generatie met een achternaam die in Edegem klinkt als een klok.
Niemand kan ontkennen dat de twee broers uit de Zuiderkempen, die met paard-en-kar naar Edegem kwamen, een onuitwisbare stempel gedrukt hebben en dat vele van hun nakomelingen nog altijd actief zijn in de Edegemse gemeenschap.
Peter Crombecq, december 2024
Met dank aan Mattie De Ryck en Marita Geens zonder wie het verhaal vanzelfsprekend niet kon geschreven worden. Verder ook veel dank aan Erik Laforce, Thomas Campo, Willy Swiggers en de andere collega’s van het Historisch Archief die altijd met raad en daad helpen.
Dit verhaal is een bijdrage aan “Edegem’s verleden, bewaard voor de toekomst” van het Historisch Archief Edegem. Het Historisch Archief is toegewijd aan het behoud van het papieren en digitale geheugen van Edegem. Door het verzamelen, inventariseren en digitaliseren van documenten, boeken, foto’s, tijdschriften, plannen en meer, zorgt het Historisch Archief ervoor dat de geschiedenis van Edegem bewaard blijft voor toekomstige generaties.
Disclaimer
Het verhaal is gereconstrueerd op basis van een aantal bronnen. Ik ben me ervan bewust dat nieuwe informatie uit andere bronnen het verhaal kunnen aanvullen, nuanceren of aanleiding kunnen geven tot aangepaste inzichten.
Referenties
[i] De belangrijkste bronnen waren de aktes van de burgerlijke stand, het bevolkingsregister, het kadaster, het Historisch Archief van Edegem, het archief van en interviews met de familie De Ryck.
[ii] Peter Crombecq, “Charel De Ryck, rademaker, stichter van de Edegemse aannemersdynastie”, te raadplegen via https://www.historischarchiefedegem.be/post/charel-de-ryck-rademaker-stichter-van-de-edegemse-aannemersdynastie
[iii] De Zonneblusser, (Edegem: Kring voor Heemkunde Edegem, 1989), nr. 2
[iv] De Zonneblusser, (Edegem: Kring voor Heemkunde Edegem, 2012), nr. 1
[v] Interview met en archief van Thomas Campo, Deken van de Koninklijke Handbooggilde Sint-Sebastiaan
[vi] Peter Crombecq, “Charel De Ryck, rademaker, stichter van de Edegemse aannemersdynastie”, te raadplegen via https://www.historischarchiefedegem.be/post/charel-de-ryck-rademaker-stichter-van-de-edegemse-aannemersdynastie
[vii] HAE, Koninklijke Fanfare Maatschappij Sint-Rosalia, beeld 178
[viii] Prof. dr. R. Van Passen, “Geschiedenis van Edegem”, (Edegem: Gemeentebestuur van Edegem, 1974), p. 641
[ix] Prof. dr. R. Van Passen, “Geschiedenis van Edegem”, o.c., p. 672-673
[x] Prof. dr. R. Van Passen, “Geschiedenis van Edegem”, o.c., p. 929
[xi] HAE, Archief Football Club Belgica
[xii] HAE, Koninklijke Fanfare Maatschappij Sint-Rosalia, Bijtredingen, beeld 16
[xiii] HAE, 800 jaar Edegem 1173-1973, Historische stoet, 23-9-1973
[xiv] Peter Crombecq, “Charel De Ryck, rademaker, stichter van de Edegemse aannemersdynastie”, te raadplegen via https://www.historischarchiefedegem.be/post/charel-de-ryck-rademaker-stichter-van-de-edegemse-aannemersdynastie
[xv] Peter Crombecq, “Een strodekker, kuipers, herbergiers en … Den Belvu, de familie Aerts in Edegem”, te raadplegen via https://www.historischarchiefedegem.be/post/een-edegemse-aerts-dynastie-een-strodekker-kuipers-herbergiers-een-diamantslijper-en-den-belvu
[xvi] Peter Crombecq, “Het huis bij de Sint-Antoniuskerk, eeuwenoud en authentiek (deel 2) ”, te raadplegen via https://www.historischarchiefedegem.be/post/het-huis-bij-de-sint-antoniuskerk-eeuwenoud-en-authentiek-deel-2
[xvii] Gazet van Antwerpen, 10 december 1997, “Weer moeten twee cafés wijken voor bankkantoor”
[xviii] Erik Laforce, “Het eerste huis in de Hovestraat”, te raadplegen via https://www.historischarchiefedegem.be/post/het-eerste-huis-in-de-hovestraat
[xix] Peter Crombecq, “Charel De Ryck, rademaker, stichter van de Edegemse aannemersdynastie”, te raadplegen via https://www.historischarchiefedegem.be/post/charel-de-ryck-rademaker-stichter-van-de-edegemse-aannemersdynastie