De Edegemse families De Greef: wevers, cafébazen en bakkers.
- Peter Crombecq
- 11 apr
- 18 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 12 uur geleden
De familie De Greef is al vanaf de 18de eeuw aanwezig in Edegem. De eerste 100 jaar als wevers, Leonard De Greef was de laatste. Daarna zijn er vooral cafébazen (van onder meer Oud Edegem) en bakkers (met een sensationeel recept voor speculaas). Vandaag leven er in Edegem nog veel afstammelingen van deze oeroude Edegemse familie.
Zou dat speculaasrecept ook nog leven?
De stamvader van de Edegemse families De Greef
De Brabander Petrus ‘Peer’ De Greef, geboren in Zeelst bij Eindhoven, kwam in 1792 in Edegem aangewaaid als jongeman van 25 jaar. Hij was linnenwever[i] en kwam in het milieu van de Edegemse wevers terecht. Zo leerde hij Anna Maria Verhaegen kennen, lid van het oude Edegemse weversgeslacht Verhaegen[ii]. Hij trouwde met haar in 1794 (het was van moeten; hun eerste zoon werd twee maanden later geboren).
Hun kleinzoon zou de laatste wever in Edegem worden.

Het echtpaar woonde in de Boerenlegersstraat, vermoedelijk nummer 9, een huisje dat vandaag nog altijd kenmerkend is voor die tijd[iii].
De Boerenlegerstraat was in het begin van de 19de eeuw het weverscentrum van Edegem, met naast Verhaegen en De Greef ook de weverfamilies Venus en De Raet.
Het echtpaar kreeg 8 kinderen, 5 zonen en 3 dochters.

Heel bijzonder voor die tijd was dat alle kinderen volwassen werden en trouwden. En dat ligt mee aan de basis van een enorm nageslacht. Peer werd 82 jaar en overleed in zijn huisje, waar hij nagenoeg zijn hele leven heeft gewoond.
De familie De Greef zwermde uit
Edegem was te klein voor de familie en 5 van de 8 kinderen zwermden uit naar Kontich, Antwerpen, Vremde en Aartselaar. Drie zonen, Leonardus, Petrus Franciscus en Petrus Joannes, bleven in Edegem wonen. Alle drie waren wevers, maar Leonardus had wat verder in de Boerenlegerstraat zijn zinnen gezet op een huis waar hij ook kon boeren, vandaag ter hoogte van nummer 21, links van het toenmalige Peetersstraatje. Leonardus had geen nakomelingen. Petrus Franciscus verhuisde naar de Doelveldstraat 6, waar hij weefde, een winkeltje had en er op 66-jarige leeftijd ook overleed. Het echtpaar kreeg 7 kinderen, waaronder Leonard, genoemd naar zijn nonkel. Die gaat in Edegem nog een dorstlessende rol spelen.
Van de derde broer, Petrus Joannes, lijken de kinderen te zijn uitgeweken; van hen vinden we geen naamdragende afstammelingen terug in Edegem.

Het zijn twee kleinzonen van Petrus De Greef die in Edegem nog stevige bakens zullen uitzetten: Leonard de cafébaas en Leonard de wever, geboren in Vremde.
Leonard De Greef, de cafébaas
Leonard trouwde in 1870 met Joanna Paulina Jennes. Leonard, ook een wever, zag meer heil in het laven van de dorstigen. Hen vinden we terug in het café In de kegelbaan aan de kapel van Onze-Lieve-Vrouw-Troost-in-Nood (de kegelbaan werd opgesteld in de open lucht voor de deur[iv]). Het café maakte deel uit van een complex van 4 huizen dat na WO II zal worden afgebroken. Vandaag staat op die plaats foodbar Oud Edegem.

Na het overlijden van cafébaas Leonard De Greef in 1910 bleef zijn vrouw, Joanna Paulina Jennes, café In de kegelbaan openhouden. Ze kreeg versterking van haar zoon Emiel ‘de witte van Greeves’ De Greef en zijn vrouw Clothilde Baum[v].
Rond 1920 kwam haar 28-jarige kleindochter Maria Van Mol, kind van haar dochter Josepha en Joannes Van Mol, mee in de zaak. Maria trouwde met Frans Gustaaf De Fru. Zij zouden het café nog jarenlang openhouden, zeker tot WO II[vi]. Grootmoeder Joanna Paulina Jennes overleed op 10 oktober 1936 in het Godsgasthuis aan de Patronaatstraat. Ze was 84 jaar geworden.

Emiel De Greef en Clothilde Baum verhuisden rond 1913 naar een café aan de overkant, op het Gemeenteplein. Daar stonden 7 huisjes en nummer 24 (later 14) was café Oud Edegem. Hun dochter Yvonne werd er op 10 januari 1913 geboren. Na het overlijden van haar ouders nam Yvonne De Greef in 1942 de zaak over. Ze was intussen getrouwd met Armand Verbeeck.




Armand was een zeer bekende speler van KFC Belgica en zelfs kapitein van de kampioenenploeg in de jaren 20 en 30[vii],[viii]. De huisjes op het Gemeenteplein werden allemaal afgebroken in 1955.
Maar café Oud Edegem van Yvonne zal herrijzen op de plek waar haar grootvader ooit begonnen was.
Vandaag Kontichstraat 29.

Een bijzondere huwelijksfoto uit 1901 waar nagenoeg de hele familie opstaat:

Een aantal personen werden geïdentificeerd v.l.n.r:
Staand: ?, Maria Hellemans, ?, ?, Cornelia Emma Hendricks, ?, Josephus De Bot, Maria De Greef
Midden: Josepha De Greef, Joanna Paulina Jennes, Sus De Greef, Alice Van Damme, vader Petrus Adolphus Van Damme & moeder Maria Louisa Ott, Petrus Franciscus Van Put (waarnemend burgemeester)
Onder: Maria Van Mol, Joannes Van Mol, ?, ?, Emiel 'de witte' De Greef, Leonard De Greef, ?.
Niet geïdentificeerd, maar vermoedelijk ook op de foto: Clothilde Baum, alsook kozijn en getuige van het huwelijk: gemeenteontvanger Petrus Franciscus De Waele.
Leonard De Greef, de laatste wever van Edegem
Uit Aartselaar komt plots ene Leonard De Greef, kleinzoon van stamvader Peer, terug in de gemeente van zijn grootvader wonen. Hij was geboren in Vremde op 31 januari 1834 en verhuisde later naar Aartselaar, waar hij in 1874 trouwde met Maria Theresia Wuyts. Kort erna verhuisden ze naar Edegem, meer precies naar de Doelveldstraat 12, waar ook de meeste van hun 10 kinderen geboren zijn. In 1901 verhuisde de familie naar nummer 8, het voormalige café De Roos van André Keulemans[ix]. Leonard installeerde er zijn weefatelier en opende een winkeltje.


In de Geschiedenis van Edegem[x] lezen we het volgende: ‘Aanvankelijk zou hij lakens geweven hebben, maar nadien nog slechts blauwe schorten, die hij met hondenkar uitventte. Het vlas dat Leonard nodig had, betrok hij van zijn zuster Sofie De Greef, gehuwd met Jan Verhaegen en woonachtig op een hoeve aan de Terelststraat.’
Leonard zou bij het werk onderstaand weversliedje hebben gezongen:
Als de wever zat op zijn getouw,
En hij wist niet wat hij weven zou,
Hij weefde al dit, hij weefde al dat,
En hij weefde een hemdslip voor zijn gat.
Leonard had vanaf 1885 ook nog een bij-jobke: lantaarnaansteker. Hij werd door het college van burgemeester en schepenen belast om: “de lantaarnen en lampen, dienende tot de verlichting der straten in Edegem, aan te steken van zodra het duister wordt. De lampen moeten ook op tijd gekuist en verzorgd worden, opdat zij een behoorlijk licht geven.”
En dat van 1 oktober tot de laatste dag van februari voor een vergoeding van 165 Fr., “betaalbaar per vijfde op het einde van iedere maand”.
Daarmee moest hij ook de olie, wieken, glazen en herstellingen betalen.
Schade door het werpen van stenen werd door de gemeente gedragen[xi].

Leonard overleed in de Doelveldstraat 8 op 21 mei 1919 en was 85 jaar. Zijn echtgenote was daar ook in 1903 overleden; ze was toen 55.
De nakomelingen van Leonard ‘de wever’ De Greef

Wever Leonard De Greef en Maria Wuyts kregen 10 kinderen, waarvan 4 dochters jong overleden. De 6 anderen trouwden en 5 koppels kregen kinderen.
Leonards dochter Sophia Leonia bleef wonen in het ouderlijk huis aan de Doelveldstraat 8 en verkocht in de winkel koloniale levensmiddelen (denrées coloniales[xii]). Zij trouwde met loodgieter Domien Roodhooft en kregen geen kinderen. Zij zou de winkel blijven uitbaten tot ze overleed in 1938.

Vier generaties De Greef bij De Gevaert

Leonards jongste zoon Eduard De Greef trouwde met Helena Goossens en ging bij De Gevaert werken in Mortsel. Zijn zoon Jef De Greef ook. En zijn kleinzoon Herman De Greef. Evenals zijn achterkleinzoon Dirk De Greef.
Vier generaties De Greef die bij Gevaert gewerkt hebben[xiii].

Eduard werkte in de schrijnwerkerij van Gevaert als smetter. Hij was de persoon die, op basis van tekeningen, visueel bepaalde hoe het best de juiste elementen uit het hout kunnen worden gehaald. Hij speelde ook bij den Belgica. Eduard en Helena hadden 3 kinderen. Op het einde van zijn leven woonde hij in de Oude Godstraat bij zijn zoon Jef.

Jef De Greef trouwde met Margaretha Reynders en samen kregen ze 3 kinderen. Jef was klein van gestalte, wat hem niet belette om baas te worden van de schrijnwerkerij bij Gevaert. Het gezin woonde in de Oude Godstraat en verhuisde later naar de Paulus Plettinckxstraat. Jef De Greef had een collega: Leon Hielegems. Leons dochter Francina zou trouwen met Herman, de zoon van Jef.

Herman De Greef was 1m45 groot, nog kleiner dan zijn vader. Hij volgde daarom een dieet van zwezeriken om te groeien. Het hielp niet, constateerde het leger. Hij werd driemaal gesommeerd naar het Klein Kasteeltje, maar hij groeide niet, bleek daar, hij kromp 😉. Hij trok het zich niet aan en begon een carrière bij … Den Bell.

Herman moest van zijn vader zijn plaats bij De Gevaert verdienen. Herman vertelde: “Hij werkte er toen ook en ik vroeg hem of hij mij kon binnenkrijgen. Ik was achttien jaar en wilde werken.” Jef antwoordde: “Wat vraagt gij mij nu? Gij denkt toch niet dat ik daarop inga? Gij gaat eerst leren werken op een ander en pas dan gaan we zien of dat we u op Gevaert kunnen brengen.” [xiv] Herman heeft dan 2 jaar bij Bell gewerkt en in 1954 zorgde zijn vader voor een job bij Gevaert.

Herman was technisch tekenaar. Later was hij als technisch ingenieur verantwoordelijk voor het onderhoud van de machines, iets waar hij veel respect voor kreeg van zijn collega’s. Niet door zijn gestalte; hij was veruit de kleinste tussen die ‘beren’ van het onderhoud, maar door zijn technische kennis en zijn menselijke omgang met zijn collega’s[xv].
Herman De Greef trouwde met Francina Hielegems, die al in verwachting was. Beide waren Gevaert kinderen en beide waren ook werkzaam bij Gevaert.
Zij verhuisden naar de Rubensstraat in Mortsel en kregen 2 kinderen: Dirk en Ilse. Dat één of beide kinderen bij Gevaert gingen werken, leek voorbestemd, met al dat Gevaert-bloed in hun aderen.
En Dirk De Greef ging inderdaad bij De Gevaert werken, hoe kon het ook anders. Na zijn huwelijk kwam hij in 1984 terug in Edegem wonen. Twee tussenstops later eindigde hij in 1994 in de Adrien de Gerlachestraat. Daar woont hij vandaag nog met zijn huidige partner Rita De Pooter. Dirk heeft bij Gevaert een hele carrière achter de rug, van productiearbeider tot bediende bij de Röntgenafdeling. Omdat Dirk ervoor koos kinderloos te blijven, komt er geen 5de Gevaert-generatie meer.

Sooi De Greef: bareelwachter, cafébaas, maar vooral bakker
Maar het is vooral Leonards oudste zoon, Joannes Franciscus De Greef, die in Edegem veel sporen naliet. Hij werd Sooi van de wever genoemd en iedereen wist wie hij was. Maar hij was geen wever. Niemand van de familie zette het beroep verder. Leonard was de laatste, voorlopig toch. Sooi trouwde met Frederica Smaers en samen hadden ze 7 kinderen, waarvan 1 voorhuwelijks. Zij woonden in de Contichse Binnenweg, vandaag de Onafhankelijkheidsstraat. Sooi werkte bij de spoorwegen en moest de seinlampen nazien en ontsteken[xvi]. Hij was ook een tijdje bareelwachter. Door gezondheidsperikelen – hij had zijn knoesel gebroken en last van zijn ogen – stopte hij met werken bij de spoorwegen. Frederica moest voor de inkomsten zorgen en installeerde in haar woonkamer een schraag met planken en begon een winkeltje. Hiervoor ging zij zelf haar marchandies halen in de stad. Te voet, met twee grote korven, door de Edegemestraat tot in de Oude-God en vandaar met de tram verder naar de stad. En ze kwam terug met: munt-, zijde-, en beetbollen, jujuppekes, maar ook kruiden, snuif, fantaziekruid, mansoor, kluppelkoek en taaikoek welke de stoelgang in de hand werkte[xvii].
Samen met de buren hadden ze ook een kleine bakoven voor 20 broden en het was Sooi die de broden bakte. Het overschot lag in het winkeltje, maar de vraag werd veel groter dan het aanbod. In 1912 huurde Sooi een groter huis verder in de straat. In de kelder werd een stenen oven gemetst met een capaciteit van tachtig broden, gestookt met hout en mutserd (takkenbundel).
Zo werd Sooi van de wever pas een echte bakker!
Dat huis bestaat nog altijd: Onafhankelijkheidsstraat 91.

Vlug kreeg hij hulp van zijn kinderen, eerst Elza en later Leonie.
Als bakker bouwde hij een stevige reputatie op. Hij had een aantal recepten, waaronder zijn befaamde ‘ventjes en vrouwkes’-speculaas, die hij doorgaf aan zijn kinderen. En die zouden er ook furore mee maken. Hij sloot de bakkerij begin de jaren 30 om achter de toog te gaan staan in café De Eendracht, in de Strijdersstraat. In 1934 gaan zijn dochter Leonie en schoonzoon Remi Roelant de bakkerij terug opstarten.

Sooi was ook lid van de Sint-Sebastiaansgilde en schoot zich tot Koning in 1929.


Toen hij overleed in 1949 was hij de Deken, steun en toeverlaat van de Hoofdman. Maar de bakkersrecepten van Sooi De Greef overleefden, dankzij zijn kinderen.
De Edegemse nalatenschap van Sooi De Greef en Frederica Smaers

Twee dochters en de jongste zoon overleden voor hun tiende verjaardag. De vier andere kinderen, Elza, Jette, Leonie en Fé, hebben een zichtbare nalatenschap in de Edegemse gemeenschap.

Elza De Greef, geboren als Elza Smaers, was 3 jaar bij het huwelijk van Sooi en Frederica. Zij was de eerste die meehielp in de bakkerij van haar vader. Elza bracht het brood rond met haar hondenkarretje (drie honden werden er ingespannen, een in het gareel en twee opzij tussen de draagberries). Een anekdote[xviii]:
Ze had een grote toer in Edegem en kende praktisch iedereen. Zo kwam Elza ook op de hoeve van Trien en Jef. 't Was nog in de tijd dat men worstenbrood op voorhand moest bestellen. Trien bestelde er één, voor haar en hare Jef. Toen Elza het worstenbrood bracht, zei Trien: "Amai, ‘t is precies een koffiekoekske, zo'n kleintje!" Maar Elza, niet op haar tong gevallen, repliceerde: "Wat dacht ge dat een worstenbrood zou zijn? Een meter worst met deeg rond?"
Zij trouwde op haar 21ste met Jef Broeckx en verdiende dan vooral haar kost door te poetsen bij de rijke mensen in Edegem en Mortsel. Op haar 80ste woonde het echtpaar in de Victoriastraat, waar haar kleindochter vandaag nog altijd woont. Elza was een sterke vrouw. Kleindochter Magda: “Toen moemoe, 80 jaar, hier nog even het plafond wou schilderen, viel ze van het trapje. Met een gat in haar hoofd trok ze naar het ziekenhuis, waar het werd toegenaaid. Ze mocht naar huis, maar moest het wat rustiger aan doen en gevaarlijke ondernemingen, zoals plafondschilderen, aan anderen overlaten. Heel ongerust kwam mijn vader Maurice de Victoriastraat binnengestormd, waar moemoe … verder het plafond aan het schilderen was alsof er niets gebeurd was.”
Ze was trouwens niet thuis te houden en trok, hoewel flink bijziend, met haar fiets op pad. Nauwelijks ziende waar ze aan het fietsen was, reed ze voorbij haar zoon, die met de auto toevallig passeerde. Thuis zei zoon Maurice: “Als ik u nog een keer op de fiets zie ronddwalen, zaag ik de kader van uwe fiets in twee”.
“Daar zulde dan toch ander volk voor moeten meebrengen”, antwoordde Elza.
Henriette ‘Jette’ De Greef trouwde in 1933 met Ferdinand ‘Nand’ Severens. Nand heeft zijn hele leven op Den Bell gewerkt, maar was een historische figuur in Edegem. Hij speelde een halve eeuw bij de Sint-Rosaliafanfare, kreeg hiervoor in 1963 een parade door het dorp en werd dan “onder de bloemen bedolven”[xix]. Nand speelde vanaf zijn 10de hoorn en tuba. Toen zijn longen het wat lieten afweten, schakelde hij over op grote trom en cimbalen. Nand zag je altijd, en dan ook werkelijk altijd, in zijn uniform van de fanfare. Hij leefde voor de fanfare, vooral op zondag. Zelfs familiefeesten konden hem niet verleiden. Zijn waggelende stap werd door de familie als een inherente eigenschap bestempeld 😉.
Hij was ook lid van de Sint-Sebastiaansgilde en schoot zich tot koning in 1945.

Leonie De Greef en Remi Roelant: bijna 50 jaar bakkerij

Leonie ‘van de wever’ De Greef, geboren in 1906, leerde Remi Roelant kennen. Zij beschreef hem als een flinken kerel, een zeeman in matrozenpak met een knappe muts en zijn broek altijd stijf in de vouw[xx]. Hij was bakker aan boord van de Leopoldville en de Albertville. Na zijn legerdienst trouwden ze op 16 november 1927 en 5 maanden later werd dochter Zulma geboren. Ze werkten beiden in de bakkerij van vader Sooi. Maar het kriebelde en het echtpaar begon in 1930 een eigen zaak, Bakkerij Roelant, aan de Drie Eikenstraat 17 (twee huizen naast de dreef, vandaag afgebroken) waar ze ook woonden. Remi had plots andere plannen en liet de bakkerij al na een paar jaar over aan Fons Van Minnebruggen. Het gezin zwierf nog wat rond in Edegem, maar belandde in 1934 terug in de ouderlijke woning in de Onafhankelijkheidsstraat 91 en startte de oude bakkerij terug op.


De woon- en werkomstandigheden waren eerder primitief. De bakkerij was in de kelder en het brood werd opgesteld in de voorkamer, waar ook een kleine toog was met een kassa, een weegschaal en een snijmachine. Het gezin van 5 woonde er met de ouders van Leonie in de overige kamers van de eerder kleine woning. In het begin werd het brood door Leonie rondgebracht in een hondenkar; later werd dat een triporteur. Het brood kreeg de verplichte broodstempel RR (Remi Roelant); een groot brood kostte in de naoorlogse periode 13,50, een klein 7,75 frank[xxi].
Een familieverhaal: “Tijdens WO II was het brood gerantsoeneerd en dat werd door de bezetter gecontroleerd. Grootvader Remi bakte stiekem meer en bij controle door de Duitsers zette hij zijn zoontje René op de zak met het clandestiene brood, waardoor ze er niet in gingen kijken.”
Een verhaal van klein verzet dat bij zijn nakomelingen is blijven hangen[xxii].

Buur Frank Neyens en later ook echtgenote Magdalena Vercammen waren jarenlang vaste klant bij Lennie van de wever: “Eigenlijk was dat niet echt een winkel, er was geen vitrine. Een deur gaf toegang tot een kamer met rekken wit en grof brood. Maar meestal gingen we gewoon links van het huis naar achter en kwamen langs de achterdeur naar binnen. In de kamer stond ook een toog met daarop een snijmachine. Dat was in die tijd toptechnologie. Normaal nam je het brood in zijn geheel naar huis, maar je kon het ook laten snijden, sneetje per sneetje. Zoals ook hesp in schellekens gesneden wordt. Maar de absolute topper was hun speculaas, wereldberoemd in Edegem. Spijtig dat ze die alleen rond Sinterklaas maakten.[xxiii]”

In de jaren 60 waren ze ook te zien op evenementen waar ze in hun caravan of onder een tent brood en gebakjes verkochten. Die caravan parkeerden ze in den hof achter het huis.

Remi had een zeker temperament; als hij kwaad was of geen goesting had, verdween hij met de noorderzon. Soms was hij weken weg, als scheepskok op een boot bijvoorbeeld. Leonie kocht dan brood bij andere Edegemse bakkers en werd door buren en kennissen opgevangen, vertelt de familie. Maar Remi kwam altijd terug. In 1973 gingen ze samen met pensioen en stopte de bakkerij. Remi Roelant stierf in 1977, Leonie De Greef in 1992. Ze werd 85 jaar.
Fé de allrounder, maar kon hij ook weven?

Felix ‘Fé’ De Greef, geboren in 1914, vond dat zijn vader Sooi een strenge man was. Toen ze boven café De Eendracht woonden, in de jaren 30, wou hij naar Edegem Kermis, maar dat mocht niet. Hij kroop via het zonnescherm van het café naar beneden en liep naar de kermis, recht tegen zijn vader Sooi. Hij vloog natuurlijk direct terug naar huis, maar moest als straf opnieuw binnengeraken langs de weg die hij genomen had: het zonnescherm. Een gebeurtenis die Fé jarenlang bleef vertellen aan zijn kinderen en kleinkinderen.
Fé trouwde met Ludovica ‘Wiske’ Van Looy in 1941. Hij was, wat men vandaag zou noemen, een allrounder. Als jonge gast werkte hij in de bakkerij van zijn vader, waar hij de recepten oppikte. Hij was ook mannenkapper en scheerde ’s zondags de boeren voor die naar de mis gingen. Hij kon ook schoenen lappen en hij was trommelaar bij de Harmonie Sint-Cecilia. Maar uiteindelijk werd hij voltijds kok.
Zijn zoon François zegt hierover al lachend: “Mijn vader kon alles, ik kan niks.”
Maar zijn grootste specialiteit was het bakken van patisserie. Hij had de recepten van zijn vader geperfectioneerd en bakte thuis in de keuken Boules de Berlin, éclairs, galetten, koekjes, taarten en speculaas. En masse. De kinderen werden grootgebracht met patisserie en kregen als avondmaal zelfs éclairrekes. Hij ging ook met die thuisgebakken patisserie op de Edegemse markt staan, naast zijn zus Leonie. En dat kwam niet goed. Er ontstond een zekere spanning in de familie, waardoor ze uit elkaar groeiden[xxiv].
Maar weven, dat kon hij niet …
Is er nog een wever na Leonard ‘de wever’ De Greef?
Fé en Wiske hadden drie kinderen, Lisette, François (genoemd naar zijn grootvader Sooi; ook François in het mooie Vlaams) en Bea. In Edegem noemen ze hem nog altijd ‘François van de zoon van Sooike van de wever’. François kon naar eigen zeggen niks, maar was wel productieleider bij Drisag in Herenthals. Hij en zijn echtgenote Lydia Osier hebben 2 kinderen, dochter Dominique en zoon Davy. Davy zal ervoor zorgen dat deze tak van De Greef niet zal uitsterven. En het fameuze speculaas ook niet, want hij heeft het recept meegekregen. Alleen, geen van de nakomelingen is een wever. Maar François is ook peter van een van de drie dochters van zijn zus Bea De Greef.
Haar naam is Kunta Van Geetsom … En zij is weefster van beroep. Zoals haar betovergrootvader Leonard ‘de wever’ De Greef.
En zo zit het weven opnieuw in de familie. Toeval … of niet.

De gekende afstammelingen van Leonard ‘de wever’ De Greef

Ongetwijfeld zijn er nog vele verwanten die voor ons onbekend zijn gebleven.
Zo zijn er veel Edegemnaars die zich een afstammeling kunnen noemen van de laatste wever van Edegem.
En het recept van de befaamde ‘ventjes en vrouwkes’-speculaas van Sooi De Greef is niet langer geheim, want het staat hieronder, ons geschonken door François De Greef. De echtgenote van François, Lydia, heeft ze nog eens gemaakt en uw verhalenverteller heeft mogen proeven: een historische ervaring!

Wat een mooie afsluiter, dankjewel François!
Peter Crombecq, april 2025
Met dank aan Lieve en Dries Roelant, Marc Croes, François De Greef, Dirk De Greef, Magda Broeckx, Kunta Van Geetsom, Erik Laforce, Frank Neyens, Raymond Verbeeck, de collega’s van het Historisch Archief en de vele reageerders op Facebook. Speciale dank aan Geert De Greef die een familiegeschiedenis heeft opgebouwd rond de stamboom van stamvader Petrus De Greef met voorouders en een indrukwekkend aantal naamdragende afstammelingen. Deze stamboom werd verrijkt met foto’s, documenten en verhalen die hij in zijn research verzameld heeft. Hijzelf is ook een afstammeling van Petrus, van diens zoon die naar Vremde vertrokken is, en een achter-achterneef van Leonard ‘de wever’ De Greef. Hij bezorgde talrijke waardevolle tips en documenten. Een groot deel van de stamboom is te vinden op https://gw.geneanet.org/gedege.
Dit verhaal is een bijdrage aan “Edegem’s verleden, bewaard voor de toekomst” van het Historisch Archief Edegem. Het Historisch Archief is toegewijd aan het behoud van het papieren en digitale geheugen van Edegem. Door het verzamelen, inventariseren en digitaliseren van documenten, boeken, foto’s, tijdschriften, plannen en meer, zorgt het Historisch Archief ervoor dat de geschiedenis van Edegem bewaard blijft voor toekomstige generaties.
Disclaimer
Het verhaal is gereconstrueerd op basis van een aantal bronnen. Ik ben me ervan bewust dat nieuwe informatie uit andere bronnen het verhaal kan aanvullen, nuanceren of aanleiding kan geven tot aangepaste inzichten.
Referenties
[i] Research van Geert De Greef. Familiedocumenten van Petrus De Greef.
[ii] Prof. dr. R. Van Passen, “Geschiedenis van Edegem”, (Edegem: Gemeentebestuur van Edegem, 1974), p. 842
[iii] De meeste gegevens i.v.m. data, woonplaatsen en beroepen komen uit de parochieregisters, de akten van de burgerlijke stand, de bevolkingsregisters, het kadaster en interviews met de familie.
[iv] Mieke De Block in De Zonneblusser, september 1980, p. 4
[v] Peter Crombecq, “Was café 't Boske vroeger een gevangenis?”, te raadplegen op https://www.historischarchiefedegem.be/post/was-café-t-boske-vroeger-een-gevangenis
[vi] HAE. Adresboek Ratinckx 1940
[vii] Peter Crombecq, “Voetbalclub Belgica gaat naar eerste klasse, droom of werkelijkheid?” te raadplegen op https://www.historischarchiefedegem.be/post/voetbalclub-belgica-gaat-naar-eerste-klasse-droom-of-werkelijkheid
[viii] Interview met Raymond Verbeeck op 3 februari 2025
[ix] Peter Crombecq, “De families Keulemans, met een ‘K’, schreven Edegemse geschiedenis”, te raadplegen op https://www.historischarchiefedegem.be/post/de-families-keulemans-met-een-k-schreven-edegemse-geschiedenis
[x] Prof. dr. R. Van Passen, “Geschiedenis van Edegem”, o.c., p. 843; het liedje werd door Charel Neyens opgetekend bij Leonie De Greef, kleindochter van Leonard.
[xi] HAE. Edegem. Collegebesluit van 24 oktober 1885.
[xii] HAE. Adresboek Ratinckx 1936
[xiii] Interview met Dirk De Greef op 15 maart 2025.
[xiv] Streekvereniging Zuidrand, “Ik werk(te) bij Gevaert”, p. 17, te vinden op https://www.dezuidrand.be/projecten/voorbije-projecten/gevaert-project
[xv] Streekvereniging Zuidrand, “Ik werk(te) bij Gevaert”, p. 57, te vinden op https://www.dezuidrand.be/projecten/voorbije-projecten/gevaert-project
[xvi] HAE. Doos 34. Bakkers. De Greef Sooi. Interview met Elza en Leonie De Greef.
[xvii] Idem
[xviii] Idem
[xix] HAE. Kranteknipsel “Fanfare Ste Rosalia uit Edegem in feeststemming”, d.d. 23 april 1962
[xx] HAE. Doos 34. Bakkers. Roelant Remi. Interview met Elza en Leonie De Greef.
[xxi] Idem
[xxii] Interview met Lieve & Dries Roelant op 31 januari 2025
[xxiii] Interview met Frank Neyens & Magdalena Vercammen op 29 januari 2025
[xxiv] Interview met François De Greef op 4 februari 2025