Vijftien jaar was een verschrikkelijke leeftijd.
Vis noch vlees, te oud voor de 'Dinky Toys' en te jong voor de 'Real Toys'.
We mochten al wel in het Elzenhof binnen, maar in het daarachter gelegen jeugdhuis niet, daar moest je zestien voor zijn. Vele van mijn vrienden kwamen er al, ze waren dan ook een jaar ouder of verjaarden in het voorjaar. Ik hoorde van hen de wildste verhalen van wat er allemaal gebeurde in die kelder onder het podium van de parochiezaal en ik zag zondagochtend de restanten van de bacchanalen toen ik mijn overtermijnse boeken binnen bracht bij mr. B., de literaire hoofdman van de bovenliggende boekerij.
Trapje naar boven kwam je inderdaad bij de boekerij, een wereld van sérieux, maar wanneer je het trapje naar beneden nam, had je de Limerick, oord van plezier en verderf, zo werd gezegd door de fatsoenlijke burgerij. Jeugdhuis Limerick ontstond in 1971, het zou een fusie zijn geweest van twee jeugdhuizen die reeds actief waren in de jaren 60: Tornado en New-Inn. Die had ik nooit gekend.
Af en toe geraakte ik en enkele van mijn lotgenoten al eens binnen, maar zo gauw we ontdekt werden door Denis L. waren we even snel weer buiten dan binnen. Denis L. was een van de bezielers van het jeugdhuis en nam zijn verantwoordelijkheid ernstig. Als een echte 'arm der wet' zag hij toe of de jeugdige uitspattingen niet uit de hand liepen.
Hij leek er voor in de wieg gelegd.
Achteraan was een nooduitgang die ons toeliet op een slinkse wijze het jeugdhuis te betreden.
Gelukkig verschoof de aandacht van Denis L. zich naar de bevallige Nicole V. waardoor het ons soms al wel eens 'lukte' een hele avond te vertoeven tussen de gekleurde spots die ritmisch aan en uit flitsten op de vrolijke disco deuntjes van 'The Three Degrees' en 'The Trammps'. Een hele avond was veel gezegd want we moesten voor tien uur thuis zijn. Gelukkig voor mij begonnen de dansavonden toen stipt om acht uur en moest ik het plein maar oversteken.
Op 27 september was het zover. Ik werd zestien.
Enkele dagen ervoor had ik een tweedehandsbrommer gekocht. Een Zündapp met drie versnellingen en twee fietspedalen. Je moest schakelen door aan het handvat van het stuur te draaien en als de motor het niet meer deed, kon je nog altijd naar huis fietsen, hoewel dit, denk ik, niet mogelijk was want zo een Zündapp woog wel wat, 'Deutsche Gründlichkeit'.
Ik kreeg als verjaardagscadeau een blauwe integraal helm, die goed paste bij de kleur van mijn stalen ros, en kalfsleren handschoenen. Eindelijk konden we de wereld verkennen.
Mijn vrienden hadden ook een brommer, de ene had een Kreidler, de andere een Puch.
We reden helemaal naar Kontich en Hove en passeerden ook 'het dorp', voor ons jonge Elsdonkertjes onbekend gebied daar we meestal niet verder kwamen als onze eigen Elsdonkse gronden. De meeste bromfietsen reden met tweetakt, een combinatie van benzine en olie. Je moest dus elke keer uitkijken waar je ging tanken. In de Chevron, een tankstation op de hoek van de De Burletlaan en de Prins Boudewijnlaan konden we terecht. De tweetaktpomp onderscheidde zich van de andere pompen omdat ze mobiel was. Er stonden wieltjes onder en werd elke avond binnengezet door de pompbediende. De pomp had onderaan een reservoir en daarbovenop een soort van glazen bokaal. Wanneer je kwam tanken trok de pompbediende, zelf tanken was toen nog ondenkbaar, aan een hendel die naast het reservoir gemonteerd zat en bewoog hem snel een paar maal over en weer. Je zag dan dat de olie zich met de benzine begon te mengen en zo kreeg je tweetakt naft.
27 september was een vrijdag, dus de volgende avond was het Limerickavond. Ik weet nog dat ik aan de kassa mijn eerste lidkaart kocht. Ik was er haast zo blij mee als met mijn eerste erekaart in de Familiaschool aan de overkant van de baan. Ik was er stipt om 20 u, vergezeld door een paar van mijn vrienden. Toen ik aanstalten maakte om me naar beneden te begeven hoorde ik Peter Koelewijn zingen: 'Angeline, de blonde sex machine, Brigitte Bardot telde al niet meer mee...'
Dat belooft dacht ik. Na de financiële rompslomp van de lidkaart te hebben afgehandeld betrad ik de tempel der ontucht. Zo dacht ik er toen natuurlijk niet over, maar ik probeer het verhaal spannend te houden. Rechts had je een lange toog en achteraan was een soort van aquarium waar een ijverige disc jockey de een na de andere hit door de boxen liet schallen. Ik zag ook Denis L. maar die was duidelijk meer geïnteresseerd in de mooie ogen van Nicole V. dan in zijn jongste lid. Het leek ook of mijn aanwezigheid vanaf toen gerechtvaardigd was en dat Denis L. gewoon wist wie zestien was en wie niet. Ik weet zeker dat dit bijzonder talent hem later nog van pas is gekomen.
We beleefden dolle tijden in jeugdhuis Limerick. Carnaval, oudejaar, bonte avonden...
Steeds amuseerden we ons reuze. Limerick had ook een echt huisorkest.
Enkele leden, allemaal rasechte Elsdonkenaars hadden een heuse popgroep opgericht: Haphazard.Ze speelden covers van bekende liedjes en ik herinner mij dat hun favoriet nummer Jin-go-lo-ba was van de rockband Santana. Tijdens het refrein zong de zanger als 'practical joke' in plaats van 'Jingo, jingo-lo-ba' soms 'Stella, Stella Artois' wat wij als hevige fans dan enthousiast meebrulden. Want fans waren we. Fans van het eerste uur en toen Haphazard (ik geloof dat ze toen al Haphazardly heetten) een optreden gaven in 'Het Hof van Westerlo’, een bekende biertempel annex danszaal in de Kempen, stonden wij 'die hard' fans op de eerste rij.
Er werd goed geconsumeerd en op de bierpullen stond geschreven 'Ik ben gepikt in het Hof van Westerlo' want schijnbaar waren die bierglazen een gegeerd object.
Wat voor mij ook vernieuwend was bij de pas verworven status als prille zestienjarige waren… de meisjes. Ik werd nogal snel verliefd, maar het mooiste meisje was toch Monique. Dat vond ik toch en ik was niet alleen. Monique was veruit het populairste meisje van heel de club. Het toeval wilde dat Monique ook bevriend was met een van mijn beste vrienden. Zo geraakte ik met haar in gesprek. Monique moest om half elf thuis zijn maar woonde op het Molenveld. We besloten samen te vertrekken. Het was al wel tien uur voorbij, mijn afgesproken thuiskomst uur.
We hadden een leuke avond, ik en Monique, en meer dan een flirterige glimlach van haar en een gekke kwinkslag van mij was er niet gebeurd. We waren beiden net zestien en nog kinderen.
Ik nam afscheid van haar voor het kerkje van de Heilige Familie en plots gaf ze me een zoen op mijn kaak. Ik was in de wolken en zag ons al binnen afzienbare tijd het kerkportaal binnenwandelen, zij in een sneeuwwitte jurk en ik in pitteleer. Als in een roes begaf ik mij richting schoenhandel Familia en wist zeker dat ik die nacht ging dromen van Monique als mama van onze vele kinderen. Ik kon niet vlug genoeg in mijn bed liggen, doch dit voornemen was buiten mijn vader gerekend. Ik had nog maar net een eerste voet op de trap gezet of ik hoorde: 'Awel, van waar komt gij' en zag het eerder bezorgde dan kwade gezicht van mijn vader bovenaan de trap.
'Van de Limerick' zei ik goed wetend dat dit niet echt het antwoord was dat hij verwachtte.
‘En het is half elf’. 'Ja papa' zei ik verdedigend 'ik werd wat opgehouden' want ik wist niet direct een valabelere smoes te verzinnen. 'Opgehouden, opgehouden? Ik heb u wel zien kussen’.
'De volgende week geen Limerick' zei mijn vader streng en ik zag heel mijn toekomst al in duigen vallen. Gelukkig was mijn vader vergevensgezind en tegen het einde van de week waren de plooien gladgestreken en mocht ik terug naar 'de Limerick'.
Met Monique is het nooit wat geworden en na haar werd ik wel meer verliefd met wisselend succes. Ik heb ze vele jaren later nog wel eens teruggezien in de GB van 't Molenveld.
Toen ik ze tegenkwam, glimlachte ik naar haar, ze zag er nog altijd even beeldig uit.
Ze knikte terug en had me duidelijk niet herkend.
Ik keek haar na en op weg naar de kassa legde ze nog snel een pak pampers op de bagagedrager van haar kinderwagen.
Joris Van der Mueren