top of page
Foto van schrijverPierre Hens

Meneerke van Buizegem

Bijgewerkt op: 26 apr.

Meneerke van Buizegem (detail). Buizegem 1974. (Collectie HAEE. Foto Jaak Cousyns)

De bekendste inwoner van Buizegem is ongetwijfeld Meneerke van Buizegem. We weten niet echt wie hij is of wanneer hij juist leefde. Toch spreekt hij tot onze verbeelding, want hij slaagde erin om de hele Buizegemse gemeenschap tegen zich in het harnas te jagen. Ze hebben hem (symbolisch) gevonnist en opgehangen. Dat feit wordt door heel Edegem nog ieder jaar herdacht en ‘gevierd’ op meiavond.

 

Inleiding

 

In zijn boek over de Geschiedenis van Edegem (1974) schrijft prof. Robert Van Passen: “Iedereen te Edegem en in de omtrek, en ook velen ver daarbuiten, kennen de sage van Meneerke van Buizegem. Vandaag, 40 jaar later is Buizegem uitgegroeid van een handvol boerderijen tot een succesvolle wijk. De Edegemnaars weten dat Meneerke elk jaar wordt gevierd op 30 april. Nochtans valt het te betwijfelen of, uitgezonderd de oudere inwoners, iemand nog exact weet waarover de sage handelt. Met deze bijdrage vertellen we het oorspronkelijk verhaal nogmaals. Tevens onderzoeken wij wat er echt is gebeurd, hoe het verhaal waarschijnlijk ontstond en hoe fictie met realiteit is verweven.

 

Een stukje geschiedenis

 

Eerlijkheidshalve moeten we toegeven dat we weinig weten over de ontstaansgeschiedenis van Edegem. Vanaf het jaar 550 spoelden de eerste Franken hier aan. We moeten tot 1100 wachten om enig inzicht te krijgen hoe Edegem er qua bewoning uitzag. We treffen hier twee gehuchten aan die zich volop aan het vormen zijn: een kleine bewoning op Buizegem en eentje in het centrum van Edegem. Het zijn twee rurale dorpsgemeenschappen met de focus op de landbouwexploitatie.

 

De situering van de omwalde Buizegemhoeve en het aloude kerkje (compillage).

In Buizegem woont de dorpsheer in een omwaterd domein. Hij heeft er zijn kerk met een aanpalend kerkhof. Het centrum van Edegem behoort grotendeels tot de Commanderij van Pitzemburg. De twee gehuchten ontwikkelden zich volop. Door zijn centrale ligging heeft het centrum van Edegem een grotere aantrekkingskracht.


De wagenmaker, de smid en de alomtegenwoordige herbergiers gaan er zich vestigen. De bevolking groeit ten koste van de bevolking in Buizegem. Het gaat zo ver dat zelfs de dorpsheer van Buizegem zich vestigt in het centrum. Eerst in Ter Borcht, dan op het Hof Ter Linden. En hij zou zo waar de dorpsheer niet zijn, als hij zijn kerk niet mee verhuisde. Hij bouwde een nieuwe kerk op de plaats waar nu de Sint-Antoniuskerk staat.

 


Dat oude kerkje op Buizegem bleef helemaal verweesd staan te midden van de akkers. Het werd evenwel niet vergeten, want ieder jaar ging er nog een processie daar naar toe. Maar het verkommerde, werd niet meer onderhouden en geraakte in verval. Tenslotte werden de stenen gebruikt om herstellingen aan de toren van de Sint-Antoniuskerk mee uit te voeren. Na vele jaren wist niemand nog waar dat kerkje ooit stond tot in de jaren dertig van vorige eeuw iemand in de Leopold III-lei een villa bouwde. Tijdens de aanleg van de tuin vond hij een doodskist. Hoog tijd om archeologen in te schakelen. Ze vonden de grondvesten van een kerk met een aanpalend kerkhof. Ze vonden geen spoor van brand!!!!

 

De sage zoals prof. Robert Van Passen ze vertelt

 

Iedereen te Edegem en in de omtrek, en ook velen ver daarbuiten, kennen de sage van Meneerke van Buizegem. De stropop die men in de meimaand in een boom van de Buizegemhoeve zag steken. Dat gebeurde nog tot vóór de aanvang van de verkaveling van het Buizegemdomein. Talrijk zijn de bijdragen in krant, tijdschrift en boek, die aan die sage zijn gewijd.

 

De oorspronkelijke eerste kerk van Edegem bevond zich op het grondgebied van Buizegem, een gehucht van het huidige Edegem. Toen die kerk voor een paar honderd jaar afbrandde, eisten de bewoners van Edegem dat de kerk moest worden opgebouwd in het centrum van Edegem. Daar waren toen al veel meer inwoners dan in Buizegem.

 

In die tijd moet er heel veel kabaal geweest zijn tussen de mensen van Edegem en Buizegem om de vestigingsplaats voor de kerk te krijgen waar zij ze toen het liefst zagen. Tenslotte wonnen die van Edegem het pleit. De nieuwe kerk, de huidige St.-Antoniuskerk, werd opgetrokken in het centrum van Edegem. Dat tot grote verontwaardiging van de Buizegemnaars. Zij waren vooral boos op Meneerke van Buizegem, die de cijnshoeve "Buizegem" bewoonde. Die cijnshoeve hing af van de kasteelheer van Cantincrode. Zij verweten Meneerke van Buizegem, dat hij hun belangen niet genoeg had verdedigd en dat daardoor de nieuwe kerk in het centrum van Edegem werd opgetrokken.

 

Meneerke in de hoogste boom. Buizegem 1974. (Collectie HAEE. Foto Jaak Cousyns)

Om aan hun verontwaardiging lucht te geven maakten ze een levensgrote

aangeklede pop. Ze plaatste die op een lange staak van ca. 10 m, die ze vervolgens in de hoogste boom van Buizegem staken. De pop stak ver boven de huizen en de bomen uit en was daardoor van ver zichtbaar gedurende de ganse maand mei. De pop hing daar met een uitgestrekte arm die wees naar de plaats waar de kerk van Buizegem ooit had gestaan.

 

Door die pop werd de Heer van Buizegem aan de kaak gesteld en daarmede wilden die van Buizegem bedoelen, welk de houding van de heer van Buizegem moest zijn geweest en waar de kerk had moeten staan: dáár en nergens anders".

 


De ouderdom van de sage

 

We staan hier voor een historische sage. Het is een uit het volk opgekomen verhaal met een historische achtergrond, die door de fantasie werd uitgebreid of gewijzigd. Opgravingen toonden aan dat de eerste kerk van Edegem in de hoek stond die wordt gevormd door de Leopold III- en de Jan Verbertlei in het centrum van Buizegem. We komen hierop later terug.

 

Prof. Robert Van Passen ging in zijn boek op zoek naar de roots van de sage over Meneerke van Buizegem. Hij stuitte al vlug op enkele problemen. In de gemeentelijke en kerkelijke archieven werd er niet over gesproken. Het antwoord is ook niet terug te vinden in het archief van St.-Sebastiaansgilde uit de 19de eeuw of in het oudste archief van de fanfare Sint-Rosalia. Verenigingen die van oudsher allerlei vieringen opluisterden. Ook in de beschrijving van de gehuchten in de gemeenteraad duidt niets over enige folklore omtrent Meneerke van Buizegem.

 

De eerste schriftelijke vermelding van de sage vindt men in het werk van J.B. Stockmans in 1882. Hij schreef over ‘eenen gekleeden mannequin’, die de inwoners van Buizegem op meiavond in de hoogste boom steken en hem ‘heer van Buyseghem’ noemen. Maar in het jaar daarop verschijnt er in De Belgische Illustratie een artikel van de hoofdredacteur August Snieders Jr., die de uitleg van Stockmans over de oorsprong van de sage in twijfel trekt. Hij schrijft: ‘zou deze (oorsprong) niet te vinden zijn in de viering van de meiavond, en zou de mannequin geen satire zijn tegen de gebuisde of mislukte huwelijksontwerpen van deze of gene jonge dochter?’.

 

Volgens Snieders zouden we aan combinatie van meiviering en van vrijers- of huwelijksgebruik moeten denken. In Edegem zijn er zeker meigebruiken in zwang geweest met onder meer het planten van de meiboom. Een gebruik dat teruggaat tot in de 17de eeuw. Een ander meigebruik hield in dat de ongehuwde mannen ’s nachts het dak van hun uitverkorene versierden met meipalmen. Werd hun liefde echter niet beantwoord dan plaatsten zij een pop in een boom dat vlak voor het venster van het meisje stond. Dat was doorgaans een stro-pop in mannenkleren.

 

Maar van het plaatsen van een voddevent in een boom voor het huis van ontrouwe meisjes, of meisjes die geen vrijer konden krijgen… daarvan hebben we in Edegem nog nooit gehoord! Nochtans zou dit meigebruik in de Kempen nog in gebruik zijn geweest tot vóór de Tweede Wereldoorlog.

 

4. Plettinx leest het vonnis. Buizegem 1950? (Collectie HAEE, auteur onbekend)

In 1869 publiceerde E.H. P.D. Kuyl zijn Notice historique sur la paroisse de Buyseghem, aujourd'hui Edegem, près d'Anvers. Hij maakt als eerste gewag van de overdracht van de parochie van Buizegem naar Edegem. Over de sage van Meneerke rept hij echter met geen woord, hoewel hij in zijn publicaties wel belangstelling heeft voor lokale tradities en gebruiken. Op basis van die geschriften mogen wij toch besluiten dat de sage (en bijgevolg ook de viering) toen nog niet waren gekend in Edegem. Het artikel van Kuyl zette echter de volksfantasie aan het denken. De historische gegevens van de verplaatsing van de kerk werd vermengd met het meigebruik van de voddenpop. Het was maar een kleine stap van het ontrouwe meisje naar de ontrouwe heer van Buizegem. Analogie speelde hier een zeer grote rol. De oorsprong van de historische sage situeert zich tussen de publicatie van Kuyl in 1869-1870 en de eerste geschreven vermelding van de sage door J.B. Stockmans in 1882-1821.

 

De viering

 

Brief van de Edegemse kring voor Heemkunde en Folklore. Edegem 1953 (Collectie HAEE)

De eerste verhalen over de viering van Meneerke verschijnen in publicaties vanaf 1900. Een mandenmaker uit Kontich maakte de pop en bracht ze tot aan de grens van Edegem. Daar nam de Edegemse fanfare Sint-Rosalia ze in ontvangst. Vervolgens ging het in optocht naar de hoogste boom van de Kleine (omwalde) Buizegemhoeve.

 

Nadat het gebruik enigszins in verval was geraakt, namen de bewoners van Buizegem het initiatief om het feest nieuw leven in te blazen. In 1933 werd de Basiliek ingewijd. De Sint-Antoniuskerk werd gedegradeerd tot kapel. Voor de Buizegemnaars was dat geen fait divers, want de kerk werd nu weer eens verplaatst. Ditmaal wel meer richting Buizegem! Ze zagen dat als een soort tegemoetkoming voor het onrecht dat hen vroeger was aangedaan.

 

Landbouwer Constant Van Put van de Grote Buizegemhoeve en ook de oudste bewoner van Buizegem belegde in 1934 een vergadering met zijn buren over de organisatie van een jaarlijkse viering. De genodigden waren Felix Couck (rozenkweker van de Kleine Buizegemhoeve), Henri Plettinx (landbouwer), Frans Mortelmans (landbouwer), Cyriel en Renaat Van Put (zonen van Constant) en Leo Winkeler.

Die laatste was een vreemde eend in de bijt. Hij woonde nog maar pas in Edegem. Vermoedelijk was hij uitgenodigd als verslaggever voor die vergadering. Ook de respectievelijke echtgenotes namen deel aan die overlegvergadering. De hamvraag was of de ophanging van Meneerke wel moest plaatsvinden nu de parochiekerk terug dichter bij Buizegem stond. Na heel wat gepalaver formuleerde Constant de definitieve beslissing: "Eh wel, alhoewel ik eerste van gedacht was dat we nu niet meer moesten voortgaan met de pop in de boom te zetten, vind ik nu toch dat het gebruik niet mag verloren gaan en integendeel moet aangemoedigd worden.". Er werden toen ook nog enkele andere afspraken gemaakt die het lokale karakter van de viering benadrukten:

"Meneerke van Buizegem wordt in het vervolg op Buizegem, door Buizegemnaren in den boom gehesen. Het gezellig samenzijn op meiavond (is) enkel en alleen (voor) bewoners van Buizegem op een hoeve op Buizegem."

 

Meneerke van Buizegem (collectie HAEE, foto gemeentebestuur van Edegem)

Door de inwijding van de Basiliek en die overlegvergadering worden werkelijkheid en fictie weer met elkaar verweven. Maar of de viering van Meneerke zo besloten bleef zoals besloten op de vergadering is maar de vraag. Want we weten dat in 1936 de plaatselijke VTB-afdeling zich mee inspande om die viering meer luister te geven. De Tweede Wereldoorlog gooide roet in het eten. Maar vanaf 1949 werd de oude traditie in ere hersteld. De toenmalige Edegemse Kring voor Heemkunde en Folklore organiseerde de stoet, de terechtstelling en de bestraffing van Meneerke. Na de terechtstelling volgde er een groot dansfeest in de Buizegemschuur.

 


8. Oorkonde met de belofte om het beeld te onderhouden. (detailbeeld collectie HAEE)

Vanaf 1960 verdwenen stilaan de boerderijen op Buizegem. De legendarische boerenfamilies (Mortelmans, Van Put, Van Dijck en Plettinx) die generatie na generatie de fakkel aan elkaar doorgaven, ruimden plaats voor de verdere ontwikkeling van de nieuwe wijk Buizegem die officieel werd ingehuldigd op 26 april 1969. Op het Sint-Goriksplein werd bij die gelegenheid ook het beeld onthuld van Meneerke. Het beeld dat werd gemaakt door de Schotense beeldhouwer Herman Cornelis, zou door het gemeentebestuur van Edegem ten eeuwige dage worden onderhouden.

 



Op 19 juni 1971 werd er een hulpkerkje ingewijd met een eucharistieviering door Mgr. Jozef Smits. Er kwam terug een kerk op Buizegem. Niet voor lang echter. Want op 26 december 1976 brandde het kerkje af. Na de heropbouw in december 1977 bleef het kerkje nog dienstdoen tot 1990. Toen schafte pastoor Cockaerts het kerkje af. Is Buizegem gedoemd om zonder kerk te blijven? De Buizegemnaars laten het niet meer aan hun hart komen. Kerk of geen kerk…de viering van Meneerke vindt ieder jaar plaats.

 

Inhuldiging van het beeld van Meneerke. Sint-Goriksplein 1969 (Collectie HAEE, fotograaf onbekend)

In 1974 een ramp! Meneerke van Buizegem wordt opgehangen aan een boom op de hoek van de Jan Verbertlei met de Buizegemlei. De volgende ochtend is hij verdwenen. In zijn plaats hangt er aan de boom een brief. De Bende van Guldentops formuleert een reeks eisen in ruil voor de teruggave van Meneerke. De ene eis is al zotter dan de andere. Maar we weten dat een zot al lachend zijn mening geeft. Trouwens zijn sommige ervan nog altijd actueel. Daarom geven we ze in bijlage integraal weer.

We weten niet wanneer de ontvoerde pop werd teruggeven. Het gemeentebestuur ging niet in op de gestelde eisen. Maar ons Meneerke kwam wel terug. Wie de daders waren weten we nog altijd niet. Insiders mogen me hierover altijd (discreet) contacteren. 

 

Tot op de dag van vandaag wordt het feest van Meneerke gevierd. We zijn er de ploeg vrijwilligers, die er zich jaar na jaar voor inzet, ontzettend dankbaar voor. De instandhouding van het gebruik vraagt veel inspanning. Om te eindigen breken wij toch een lans voor het ereburgerschap van Meneerke van Buizegem. Wie vraagt het aan? Of wordt hij een reus om Manke Lies gezelschap te houden?

 

We vertelden het verhaal. Het geheugen even opfrissen kan geen kwaad. We gingen na hoe de viering van Meneerke naar alle waarschijnlijkheid ontstond. Er zijn nog historische hiaten en onduidelijkheden. Daarom is nog heel wat historisch onderzoek nodig om al die vraagtekens weg te werken.

 

Pierre Hens

Met dank aan Erik Laforce en Peter Crombecq voor het nalezen van de tekst en de feedback.


 

Bijlage: De eisen van de ontvoerders. De integrale tekst (invlusief de spelfouten)

 

De nieuwe demokratische, fantastische, originele, alternative, creative revolutionaire, optimistische,formidastische en fanatieke bende van Guldentops: maakt bekend dat zij in ruil van teruggave van Meneerke van Booizegem het volgende eisen:

  1. De onafhankelijkheid van Edegem

  2. Aanleg van een fietspad tussen de Elisabethlaan en Prins Boudewijnlaan. Om het aantal dode fietsers te doen afnemen (ventueel op het voetpad of tussen de bomen).

  3. Het fort van Edegem moet een groenzone worden, open voor iedereen.

  4. Bloemkes op het Mac Adam tekenen in heel Edegem.

  5. Het aanplanten van beukenhagen om de meikever te beschermen.

  6. Op 16 mei moet heel HET SCHEPENKOLLEGE van Edegem meikevers gaan vangen. Als ze 20 MK (afkorting van meikever) gevangen hebben, mogen ze stoppen.

  7. Indien niet zo, dan mogen ze toch op 16 mei te 4h.30 stoppen met vangen.

  8. Dat Meneerke van Buizegem op vrijdag 10 mei cursus mag komen volgen op het RUCA.

  9. Dat hij 1 uur in K.T. mag zijn, om aldaar in ere hersteld te worden.

  10. Dat men in de maand mei alle politiewagens (witte viskar en créme glacekar incluis) op een enigszins aanschouwelijke wijze getooid worden, d.w.z. meiklokje op de deuren en tussen de ruitenwissers.

  11. Meneerke van Buizegem wordt ereburger van Edegem, dit op de zestiende juni gehouden feesten op ’t hof van de Baron.

  12. Alle gemeentelijke diensten moeten toegankelijk zijn  voor de gehandikapten.

  13. Alle Edegemnaars krijgen op een zaterdag in mei gratis toegang tot het gemeentelijk zwemdok.

  14. Wegwijzers naar het park van Edegem en dat in heel Edegem.

  15. Wegwijzers naar edegem moeten worden geplaatst in volgende steden: Dinant, Namen, Oostende, Brussel en Buizegem

  16. Dat Tutu en Tata een marsj zouden componeren voor de Edele, Welstellende, Ereburger Mijneerke van Buizegem, die het wilde blauwe bloed  in onze aderen doet trillen van Edegemse nationale trots.

  17. Dat er ernstige pogingen zouden gedaan worden om het hoofd van onze geliefde, dappere leider Guldentops te vinden.

  18. Dat de schat van Guldentops als pensioen aan Mijnheerke van Buizegem zou toegekend worden (zonder aftrek van B.T.W.)

  19. Dat Mijnheerke van Buizegem een studiebeurs zou krijgen om de geschiedenis van Edegem te kunnen studeren op het RUCA bij dr. Van Passen.

  20. 4 exemplaren worden aan de nieuwe bende van Guldentops en aan de bibliotheek van Mijneerke van Buizegem geschonken.

  21. Dekking van de onkosten van de nieuwe bende van Guldentops.

  22. Mijnheerke van Buizegem moet als mascotte mee naar Via Retzia  Viarzijke om er mee aan spel zonder grenzen mee te spelen.

  23. Dat de gehandikapten en Meneerke van Buizegem steeds gratis toegang krijgen tot het gemeentelijk zwembad.

  24. Dit alles moet in alle kranten van België verschijnen.

  25. Meer speelpleinen voor de kinderen;

  26. Mijneerke van Buizegem krijgt gouden medaille van het Olympisch minimum. (Hij liep reeds 801 maal van Buizegem naar Edegem)

  27. Als oudste inwoner van Edegem krijgt Mijnheerke van Buizegem elk jaar gratis medisch onderzoek.

  28. Vermits Edegem onafhankelijk wordt, eiden wij dat Mijnheerke van Buizegem benoemd zou worden tot UNO afgevaardigde, daar kan hij tussen al die andere houten koppen zitten.

  29. Dat de Hovestraat zou omgedoopt worden tot Mijnheerke van Buizegem Avenue.

  30. Dat de B.R.T.  (Buzegemse rommelige televisie) een film over het leven des Heres Buizegems zou maken.

  31. Edegem moet beginnen met een eigen ruimtevaart programma, opdat Mijnheerke van Buizegem als eerste aardbewoner een voet op Mars zou zetten. De nieuwe bende van Guldentops kan echter niet mede.

  32. Dat de krant die zich in lage bewoordingen over ons uitsprak dit alles op de frontpagina zou agfdrukken.     

           ------------------------------------------------------                                              

LEVE EDEGEM                                                                                              GULDENTOPS II                                                                                  

(drie handtekeningen)


 

Bronnen

 

  • P.D. Kuyl, Notice historique sur la paroisse de Buyseghem, aujourd'hui Edegem, près d'Anvers, in Analectes pour servir à l'histoire ecclesiastique de la Belgique, deel VI, Leuven - Brussel, 1869, p. 254-301.

  • Dr. Robert Van Passen, Geschiedenis van Edegem, Edegem 1974, p. 65-69

  • Rik Bruloot, De Zonneblusser 2005 nr. 2, p. 53-55

  • HAEE, "Meneerke van Buizegem", te raadplegen op https://archief.edegem.be/

98 weergaven
bottom of page