Op 26 en 27 april 2024 werd er bij Arenberg Auctions in Brussel een Antwerps kookboek geveild uit 1788. Het boek werd van generatie op generatie doorgegeven en bevat tientallen recepten. Dat bracht ons op het idee om eens in ons Historisch Archief te duiken om te kijken wat we zoals zelf in huis hebben aangaande culinaire geneugten.
Veel materiaal in het archief moet nog ontsloten worden. We bezitten enkele strekkende meters archief van de beginjaren van het dames weekblad ‘Libelle’. Ook in de archieven van het Hof Ter Linden zitten nog ongetwijfeld kookboeken om te worden herontdekt. In al dat materiaal naar kookboeken pluizen zal wat tijd vragen. Maar tijdens onze zoektocht vonden we een reeks menu’s. Die brachten ons op het idee om eens te onderzoeken hoe een belangrijke Edegemse gebeurtenis gevierd werd met de culinaire genoegens van toen.
In ons archief prijkt een spijskaart uit 1930.
F.C. Belgica promoveerde naar de toenmalige Eerste Afdeling. De club verkeerde in een feestroes en de spelers kregen een welverdiende maaltijd aangeboden. Wie was die Edegemse club die zo maar naar de ere-afdeling doorstartte, wat kregen ze te eten en wat leert ons de spijskaart?
De club werd opgericht in 1908 als Sporting FC Belgica met stamnummer 375. In 1914 legde de voetbalafdeling de activiteiten stil wegens de oorlog. Alhoewel de competitie in 1919 hervatte kwam FC Belgica er maar eerst in 1924 terug in. In 1930 promoveerde FC Belgica, samen met CS de Schaerbeek en Excelsior FC Hasselt, naar de Tweede Nationale Klasse. Belgica promoveerde naar de Eerste Klasse in 1933. En dat moet gevierd worden.
In 1935 degradeerde ze terug naar Tweede. Dit zijn de enige twee seizoenen die de club in de hoogste afdeling speelde. In 1936 werd het de naam ‘KFC Belgica Edegem’ . Op 17 april 1966 fusioneerde de club met KVV Edegem Sport tot KVV Belgica Edegem Sport.
Ontleden we even de menukaart. Hij is gedrukt in de sappige taal van onze oma’s, maar is nog gemakkelijk voor iedereen leesbaar. Enkel het woord ‘ossenharst’ grepen we toch maar even naar de Dikke Van Dale. Het blijkt een rib- of lendestuk te zijn. Hier geserveerd met een groentekrans. Dat was toen al lang de mode. In 1890 schreef Guido Gezelle de menukaart voor het feest van een confrater (Angelus Van Severen). Op het menu stond ‘ossenharst in ’t gemoes[i]. Ook toen dus geserveerd met groenten.
De spelers van Belgica waren niet alleen atleten op het veld. Aan tafel waren ze echte ‘Bourgondiers’. Toch als we naar het menu kijken. Die telde maar liefst acht gangen. De eerste gang ‘voorgerechten’ staat dan nog wel in het meervoud. We dachten eerst dat er na de soep een keuze was tussen vis of vlees. Toch niet.
Na de vis werd het vlees geserveerd.
Asperges met eieren is een vrij traditioneel gerecht. De spelling is ondertussen veranderd. Let op de meervoudsvorm van 'aspergiën' en in de huidige spelling is de umlaut op de eieren verdwenen.
‘Kieken’ is nu een scheldwoord.
Koffie na de maaltijd (met of zonder afzakkertje) doet altijd deugd.
Opmerkelijk: de wijn ontbreekt. Of kwam er enkel maar water aan tafel? We kunnen het ons niet voorstellen.
Ook uit de opschriften aan de voorkant van het menu kunnen we enkele gevolgtrekkingen maken. Alfons Schoesetters’ gemeenteraadslid (was burgemeester van Edegem van 1921 tot 1926) was een van de genodigden. Uit de schrijfwijze ‘Mijnheer A. Schoesetters’ blijkt duidelijk dat hij er dat niet zelf op schreef. Was het toen de gewoonte om met de spijskaart de plaats aan tafel aan te duiden?
Welk een schat aan gegevens kun je al niet uit een oude menu aflezen?
Veerle Wildiers
[i] Georges Gheysen, Biekorf, jg. 103, p. 78